Wet op de lijkbezorging
De Wet op de lijkbezorging is een Nederlandse wet, die regelt wat er met een stoffelijk overschot moet gebeuren na overlijden. De wet is op 31 december 2009 aangepast aan de eisen van deze tijd.
Tijdstip van begrafenis of crematie
Een overledene mag niet eerder dan 36 uur en uiterlijk op de 6de werkdag na overlijden worden begraven of gecremeerd. Het dagdeel van overlijden telt hierbij niet mee. Soms kan niet aan deze termijn worden voldaan. Bijvoorbeeld omdat er voor de uitvaartplechtigheid familie moet overkomen uit het buitenland. In dat geval hebben de nabestaanden toestemming nodig van de behandelende arts en de burgemeester van de gemeente van overlijden. Eventueel gevaar voor de volksgezondheid zal meewegen in hun besluit.
Een andere mogelijkheid is het overboord zetten van een overledene die op zee is gestorven. Deze methode komt nauwelijks meer voor, omdat tegenwoordig aan boord van een schip altijd goede koeltechnieken aanwezig zijn. Daardoor is het ook mogelijk om buitenlandse doden te vervoeren naar hun land van herkomst.
Alternatieven voor begrafenis en crematie
De Wet op de lijkbezorging omschrijft tevens wat we mogen doen met een overledene. Heeft deze een codicil, dan wordt het lichaam ter beschikking gesteld aan de medische wetenschap. Dit houdt in dat het stoffelijk overschot dienst doet bij het onderwijs aan medische studenten of de wetenschap. Hierover moeten van tevoren afspraken worden gemaakt. Het lichaam wordt direct na overlijden door de betreffende universiteit opgehaald.